Sinds 2002 worden Brandganzen geringd aan de monding van de baai van Kolokolkova in het noorden van Europees Rusland (68º35’ NB; 52º20’ OL). Brandganzen broeden in dit gebied sinds 1986, en het is één van de vele nieuwe broedgebieden langs de kust van de Barents Zee. De monding van de baai is een arctisch getijdegebied dat bestaat uit uitgestrekte kwelders, duinen, zandvlaktes, droogvallende platen en een aantal kleine eilanden. Soms waan je je in het Nederlandse waddengebied! Alleen de hoger gelegen delen bestaan uit toendra. Wat verder landinwaarts en naar het oosten gaat het vrij abrupt over in uitgestrekte toendra.

Brandganzen broeden hier in een zestal kolonies, waarvan er twee op het vasteland liggen en vier op eilanden. In totaal gaat het om zo’n 2000 broedparen. De nesten liggen op de kwelders of zelfs op het kale zand, maar ook wel in de lage duintjes of aan de oevers van meertjes, plasjes en veentjes. Na het uitkomen van de eieren concentreren de vele families met hun kleine jongen zich op de nu uitbundig groeiende vegetaties van arctische zegges en kweldergras. Ook tijdens de rui zijn de vogels hier te vinden. Door ze te voet en met kano’s bij elkaar te drijven kunnen ze dan gevangen worden.
Sinds 2002 zijn zo jaarlijks tussen de 3 en 5 duizend Brandganzen gevangen om gegevens te verzamelen over de rui, maten en gewichten, om geringde vogels op te sporen en natuurlijk om nieuwe vogels te ringen. In totaal zijn gedurende vier seizoenen nu 1234 vogels voorzien van kleurringen.

Er zijn vier verschillende kleurcombinaties gebruikt:

De combinaties met een lime-kleurige ring aan de linkerpoot zijn uniek voor deze populatie (met uitzondering van een klein aantal nog in leven zijnde vogels van het project Rusland I). De combinatie geel – wit is ook bij Brandganzen op Gotland en bij project Rusland I gebruikt, maar deze hebben altijd een cijfer tussen de 2 en 9, of 1, 2 of 3 horizontale strepen op de gele ring. Bovendien valt het leeftijdverschil van de ringen – bijna 20 jaar - meteen op. Bij de oude combinaties van Gotland hebben de gele ringen veel aan hun helderheid ingeboet en zien deze er soms bijna beige uit. Van deze oude Gotlanders zijn bovendien nog maar weinig vogels in leven.

Het onderzoek naar de Brandganzen aan de baai van Kolokolkova richt zich met name op het in kaart brengen van de kosten en baten van de trek naar, en het broeden in arctische gebieden. Door vogels te voorzien van satelietzenders en lichtsensoren konden de onderzoekers er heel precies achter komen hoe de Brandganzen vanuit Nederland naar hun broedgebieden in het hoge noorden trokken.

Brandgans met kleuringen en lichtsensor
Brandgans met kleuringen en lichtsensor aan de groene ring

Fysiologisch onderzoek heeft meer licht geworpen op hoe ze met hun lichaamsreserves omgaan tijdens het broeden. Uiteraard staat dit onderzoek niet op zichzelf. De studie aan de baai van Kolokolkova maakt deel uit van het vergelijkend onderzoek naar de voor en nadelen van het broeden in het noorden en het hoe en waarom van de gebiedsuitbreiding naar het zuiden toe. Immers; de nieuwe vestigingen in Zweden en Nederland laten zien dat een Brandgans ook uitstekend op lage breedtegraden kan gedijen. De vele waarnemingsuren en de duizenden gevangen ganzen hebben bovendien aan het licht gebracht dat ganzen die geboren zijn in Zweden tot broeden kunnen komen in Rusland (en waarschijnlijk ook andersom).

Het onderzoek naar de Brandganzen aan de baai van Kolokolkova wordt uitgevoerd door een samenwerkingsverband van een groot aantal overwegend Nederlandse, en Russische biologen. De Rijksuniversiteit Groningen en het RIZA zijn de belangrijkste Nederlandse partners, de Staatsuniversiteit van Moskou, de Russische Ringcentrale en het Biologisch Instituut te Syktyvkar doen vanuit Rusland mee. Financiële steun voor de kostbare expedities en technieken komt ondermeer van NWO, RIZA, RuG, de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen, de European Science Foundation, De Nederlandse Ambassade en de Deutsche Forschungs Gemeinschaft.